De Nederlandse contrabassist Niek de Groot geldt als één van de toonaangevende klassieke bassisten van deze tijd. Oorspronkelijk speelde hij trompet, maar stapte op z'n 18de over op contrabas. Spoedig was hij als solo-bassist verbonden aan verschillende Europese ensembles, waaronder 10 jaar als eerste solo-bassist bij het Koninklijk Concertgebouw Orkest.

Na zijn reguliere opleiding heeft Niek zijn spel verder ontwikkeld in Canada aan het Banff Centre for the Arts. Daarnaast deed hij veel inspiratie op in masterclasses, vooral bij cellisten Frans Helmerson, Lluìs Claret en Laurence Lesser en in intensieve samenwerking met Leonard Bernstein, Mstislav Rostropovich en György Sebök.

De laatste jaren wijdt Niek de Groot zich vrijwel uitsluitend aan kamermuziek en solo-optredens. Hij treedt wereldwijd op in de bekendste concertzalen en festivals. Zijn repertoire omvat veel hedendaagse muziek. Hij werkte intensief samen met componisten als Kurtàg, Stockhausen, Saariaho, Vasks en Gubaidulina.

Hij nam solo-cd’s op voor o.a. EMI, NIMBUS en BIS. Aanstaande projecten omvatten de release van een nieuwe versie van György Kurtág's Sudelbücher', opgenomen met de componist voor BMC, een CD met Franse muziek met pianiste Catherine Klipfel voor ORLANDO Records, de opname van Sofia Gubaidulina's 'Galgenlieder à 3' voor KAIROS en Culiner Creative Circle en de wereldpremière en registratie van het nieuwe Contrabas-concert van Sebastian Fagerlund voor BIS.

Sinds 1996 is Niek als professor verbonden aan de Folkwang Universität der Künste in Essen. Daarmee is hij de enige franse stok spelende bassist in zo'n positie in Duitsland. Hij gaf ook les aan conservatoria in Noorwegen, Nederland, Italië, Spanje en geeft regelmatig masterclasses. Veel van zijn studenten hebben posities verworven in Europa's meest vooraanstaande orkesten. Niek de Groot heeft het voorrecht gehad zeldzame contrabassen te bespelen van o.a. Cerutti, Bajoni, Candi, Amati en ook het in 1737 door Domenico Montagnana vervaardigde instrument. Sinds kort speelt hij tevens op een contrabas voor hem gemaakt door Anneke Degen, Hamburg, 2019. Zijn strijkstokken zijn voor hem ontwikkeld door Jochen Schmidt, Dresden. Zijn barok en klassieke stokken door Gerhard Landwehr.